Vier jaar onderzoek geeft meer kennis over spoortrillingen
Na vier jaar intensief onderzoek is het programma Innovatieagenda Bronaanpak Spoortrillingen (IBS) afgerond. ProRail voerde samen met meer dan zestig partners ruim veertig praktijkproeven uit om spoortrillingen beter te begrijpen en te verminderen. De resultaten leveren een schat aan nieuwe kennis op en een stevig fundament voor toekomstige maatregelen.
“Er is daadwerkelijk meer kennis opgedaan over spoortrillingen dan ooit tevoren. We weten veel beter wat werkt en wat niet werkt. En dat is vooral belangrijk voor de mensen die spoortrillingen ervaren als overlast,” schrijft staatssecretaris Thierry Aartsen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in het voorwoord van de publieksversie van het eindrapport.
De praktijkproeven leverden waardevolle inzichten op. Zo blijkt dat goed onderstoppen van het spoor – het op de juiste manier stabiliseren van de ballast – leidt tot 25 procent minder trillingen bij een 50 procent betere spoorligging. Ook het verwijderen van de betonplaten onder de sporen bij overwegen zorgt voor merkbaar minder trillingshinder; de overweg bestaat dan uit rubberen platen tussen de sporen.
Hoewel het IBS-programma is afgerond, loopt de ontwikkeling van het rekenmodel nog door. Dit model met de naam STEM (Spoor Trillingen Emissie Model), geeft specialisten de mogelijkheid nauwkeuriger te voorspellen hoeveel spoortrillingen optreden in bepaalde situaties en welke maatregelen daar effectief zijn. TU Delft, Deltares en TNO werken op initiatief van ProRail samen aan de ontwikkeling van STEM.
“Er is daadwerkelijk meer kennis opgedaan over spoortrillingen dan ooit tevoren. We weten veel beter wat werkt en wat niet werkt. En dat is vooral belangrijk voor de mensen die spoortrillingen ervaren als overlast,” schrijft staatssecretaris Thierry Aartsen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in het voorwoord van de publieksversie van het eindrapport.
De praktijkproeven leverden waardevolle inzichten op. Zo blijkt dat goed onderstoppen van het spoor – het op de juiste manier stabiliseren van de ballast – leidt tot 25 procent minder trillingen bij een 50 procent betere spoorligging. Ook het verwijderen van de betonplaten onder de sporen bij overwegen zorgt voor merkbaar minder trillingshinder; de overweg bestaat dan uit rubberen platen tussen de sporen.
Hoewel het IBS-programma is afgerond, loopt de ontwikkeling van het rekenmodel nog door. Dit model met de naam STEM (Spoor Trillingen Emissie Model), geeft specialisten de mogelijkheid nauwkeuriger te voorspellen hoeveel spoortrillingen optreden in bepaalde situaties en welke maatregelen daar effectief zijn. TU Delft, Deltares en TNO werken op initiatief van ProRail samen aan de ontwikkeling van STEM.

Geen opmerkingen: