Nieuw OV-beleid Flevoland van aanbod naar vraag
De provincie Flevoland gaat komend jaar een nieuw openbaar vervoerbeleid (OV) hanteren. Dit zal meer uitgaan van de vraag vanuit de samenleving, al zullen nieuwe buslijnen wel rendabel moeten zijn.
Dat blijkt uit de nieuwe OV-visie die Gedeputeerde Staten (GS) in conceptvorm hebben vastgesteld op 10 december. Belangrijke begrippen binnen het nieuwe beleid zijn: ‘van aanbod naar vraag’, rendement, zelforganisatie, samen vormgeven (co-creatie) en particuliere initiatieven.
Door de komst van de Hanzelijn en de landelijke trend van stijgende kosten en dalende opbrengsten was het nodig om het bestaande OV-beleid tegen het licht te houden. Bij de totstandkoming van de visie heeft de provincie OV-gebruikers en andere belanghebbenden betrokken.
In een discussie over het OV-beleid hebben Provinciale Staten in september van dit jaar de richting aangegeven waarbinnen deze visie is uitgewerkt. Het gevolg is dat de provincie zelf een stapje terug doet. De focus ligt meer op rendement en de kracht van de samenleving om zelf initiatieven te nemen.
Waar voldoende reizigers met de bus gaan, staan lijnen niet ter discussie. Maar waar er te weinig passagiers zijn om een buslijn voldoende rendabel te laten zijn, zal de provincie samen met belanghebbenden in de samenleving via co-creatie zoeken naar een alternatieve vervoervoorziening. Daarbij vinden GS het een gezamenlijke opgave om te komen tot een voorziening die op de behoeften aansluit.
Gedeputeerde Lodders: "Ik vind dat we met de nieuwe visie ‘toekomst-proof’ zijn. Ze maakt het mogelijk om flexibeler op de behoeftes in te spelen en door op rendement te sturen, is het ook makkelijker om financieel bij te sturen."
De visie is tot stand gekomen met betrokkenheid van veel belanghebbenden, vertegenwoordigers van welzijns- en onderwijsinstellingen, het reizigersoverleg Flevoland, bewoners van kleine kernen en gemeenten. Wat de deelnemers verbindt, is hun verantwoordelijkheidsbesef en de wil om het zelf op te lossen. Dat ‘altijd en overal een busverbinding’ niet langer maatschappelijk verantwoord is, vindt iedereen. Uit de sessies met belanghebbenden is gebleken dat er van de overheid niet zozeer extra geld wordt verlangd, als wel slimmer omgaan met de beschikbare budgetten, ‘ontzorging’ (procedures, vergunningen, training, ondersteuning) en het wegnemen van blokkades uit wet- en regelgeving.
Gedeputeerde Lodders: "Ik ben zeer positief over het proces en de uitkomst daarvan. Wat me opvalt is dat er in de samenleving draagvlak is voor een actievere rol. Er wordt niet alleen naar de provincie gekeken, maar organisaties en instellingen vragen zich ook af hoe ze zelf kunnen bijdragen aan de optimalisatie van het openbaar vervoer. De provincie zal natuurlijk haar maatschappelijke verantwoordelijkheid blijven nemen en een sober vangnet bieden voor diegenen die echt geen alternatief hebben."
In januari 2014 bespreken Provinciale Staten de visie. Daarna wordt deze ter inzage gelegd.
Dat blijkt uit de nieuwe OV-visie die Gedeputeerde Staten (GS) in conceptvorm hebben vastgesteld op 10 december. Belangrijke begrippen binnen het nieuwe beleid zijn: ‘van aanbod naar vraag’, rendement, zelforganisatie, samen vormgeven (co-creatie) en particuliere initiatieven.
Door de komst van de Hanzelijn en de landelijke trend van stijgende kosten en dalende opbrengsten was het nodig om het bestaande OV-beleid tegen het licht te houden. Bij de totstandkoming van de visie heeft de provincie OV-gebruikers en andere belanghebbenden betrokken.
In een discussie over het OV-beleid hebben Provinciale Staten in september van dit jaar de richting aangegeven waarbinnen deze visie is uitgewerkt. Het gevolg is dat de provincie zelf een stapje terug doet. De focus ligt meer op rendement en de kracht van de samenleving om zelf initiatieven te nemen.
Waar voldoende reizigers met de bus gaan, staan lijnen niet ter discussie. Maar waar er te weinig passagiers zijn om een buslijn voldoende rendabel te laten zijn, zal de provincie samen met belanghebbenden in de samenleving via co-creatie zoeken naar een alternatieve vervoervoorziening. Daarbij vinden GS het een gezamenlijke opgave om te komen tot een voorziening die op de behoeften aansluit.
Gedeputeerde Lodders: "Ik vind dat we met de nieuwe visie ‘toekomst-proof’ zijn. Ze maakt het mogelijk om flexibeler op de behoeftes in te spelen en door op rendement te sturen, is het ook makkelijker om financieel bij te sturen."
De visie is tot stand gekomen met betrokkenheid van veel belanghebbenden, vertegenwoordigers van welzijns- en onderwijsinstellingen, het reizigersoverleg Flevoland, bewoners van kleine kernen en gemeenten. Wat de deelnemers verbindt, is hun verantwoordelijkheidsbesef en de wil om het zelf op te lossen. Dat ‘altijd en overal een busverbinding’ niet langer maatschappelijk verantwoord is, vindt iedereen. Uit de sessies met belanghebbenden is gebleken dat er van de overheid niet zozeer extra geld wordt verlangd, als wel slimmer omgaan met de beschikbare budgetten, ‘ontzorging’ (procedures, vergunningen, training, ondersteuning) en het wegnemen van blokkades uit wet- en regelgeving.
Gedeputeerde Lodders: "Ik ben zeer positief over het proces en de uitkomst daarvan. Wat me opvalt is dat er in de samenleving draagvlak is voor een actievere rol. Er wordt niet alleen naar de provincie gekeken, maar organisaties en instellingen vragen zich ook af hoe ze zelf kunnen bijdragen aan de optimalisatie van het openbaar vervoer. De provincie zal natuurlijk haar maatschappelijke verantwoordelijkheid blijven nemen en een sober vangnet bieden voor diegenen die echt geen alternatief hebben."
In januari 2014 bespreken Provinciale Staten de visie. Daarna wordt deze ter inzage gelegd.
Geen opmerkingen: