Gunning OV-concessie Brabant nog niet definitief

Op de op 17 december 2013 gegunde concessie voor het Openbaar Vervoer in Oost- en West-Brabant zijn twee bezwaarschriften ingediend.  Binnen het verstrijken van de bezwaartermijn heeft vervoerder Arriva een bezwaarschrift ingediend tegen het gunningsbesluit van de West-Brabantse concessie.

Bij de beoordeling van elk onderdeel van de biedingen zijn scores toegekend waarop deze factoren zijn toegepast. De scores en wegingsfactoren bepalen de uiteindelijke rangorde van de ingediende aanbiedingen. Hiervoor is een rekenprogramma gehanteerd. Naar het zich laat aanzien lijkt er in het rekenprogramma een onjuiste formule te zitten. Aangezien het puntenverschil tussen de nummer 1 en 2 voor de OV-concessie minimaal is, kan dit directe gevolgen hebben voor de uitslag van de aanbesteding. Daarmee is de gunning voor de OV-concessie in West-Brabant nog niet definitief.

Een dag na het verstrijken van de bezwaartermijn heeft ook Veolia een pro forma-bezwaarschrift tegen het gunningsbesluit voor de concessie in Oost-Brabant ingediend. Conform de reguliere bezwaarprocedure geeft de Hoor- en Adviescommissie op korte termijn een advies aan Gedeputeerde Staten over de ingediende bezwaren. De bezwaarmakers hebben vervolgens nog de mogelijkheid om beroep aan te tekenen bij het College van Beroep van het bedrijfsleven. In de planning voor de nieuwe OV-concessie is rekening gehouden met een mogelijke bezwaarprocedure. De invoering van de concessie op 14 december 2014 komt daarom vooralsnog niet in gevaar.