Maatregelen ProRail bij warm weer

Heerlijk dat warme weer, maar voor het treinverkeer brengt het ook risico´s met zich mee. Op een normale dag zijn er altijd al spoedreparaties en geplande werkzaamheden die het treinverkeer beïnvloeden. Als er daarnaast ook andere incidenten opspelen, dan heeft dit veel impact. Dit gebeurde maandag 19 juni ook, toen twee aanrijdingen, een stroomstoring, defecte treinen en warmte gerelateerde storingen veel hinder voor reizigers veroorzaakten.

Het Nederlandse spoor is ontworpen voor een typisch Nederlandse klimaat, met dagelijkse temperatuurverschillen. Dit betekent dat men bij temperaturen onder nul en boven de 25 graden extra maatregelen moet nemen. Bij temperaturen van boven de 25 graden kan een spoorstaaf wel 70 graden worden. En dan zet het staal uit waardoor kronkels in het spoor ontstaan, ook wel spoorspattingen genoemd. Treinen kunnen dan niet meer over het spoor rijden. Vooral spoorbruggen houdt men dan extra in te gaten gehouden, omdat bij uitzetting de brug niet meer goed kan openen of sluiten.

Maatregelen omvatten hitteschouwen, koelen en staan wegsleeplocomotieven. Hitteschouwen zijn controles van het spoor en dan met name op de verbindingslassen tussen de spoorstaven. Een las verbindt twee spoorstaven met elkaar en zorgt ervoor dat de verkeersleidingssytemen een sein krijgen als een trein over een las heen rijdt.

Bij aanhoudende hitte of droogte slijten spoorstaven sneller. Elke keer als een trein over een spoorstaaf rijdt schaaft hij een stukje van het spoor af. Bij hitte gebeurt dat meer. En dat schaafsel zorgt ervoor dat de las kapot kan gaan. Daarnaast zet het spoor uit, waardoor deze lassen onder druk komen te staan en ook uiteindelijk kapot gaan. Het sein gaat dan uit veiligheidsredenen op rood en veroorzaakt een seinstoring. De controle op deze lassen is dus onontbeerlijk.

Door aanhoudende hitte kan elektronica ontregeld raken, met sein- en wisselstoringen tot gevolg. Men heeft koelapparatuur in de technische ruimtes geplaatst om oververhitting te voorkomen. Ook krijgen airconditioners en klimaatapparatuur een extra onderhoudsbeurt. Als de temperatuur ondanks alle maatregelen toch te hoog oploopt kan een relaiskast uitvallen, wat ook tot een storing leidt.

Bij warm weer kan een vonk in een droge berm een bermbrandje veroorzaken. Bijvoorbeeld als de trein moet remmen. Bij werkzaamheden waar vonken ontstaan, zoals het slijpen van het spoor, zet ProRail dan ook een brandwacht in. Om bermbranden te voorkomen maaien we tijdig de bermen langs het spoor.

Belangrijke schakel in de extra maatregelen die ProRail inzet is het meteorologisch advies van het Operationele Controle Centrum Rail (OCCR): een samenwerking van ProRail, vervoerders en spooraannemers. Met het oog op de tropische temperaturen is het  weerbureau van het OCCR extra alert en volgt het de weersvoorspellingen nauwlettend. Daarbij werkt zij samen met Weerplaza en het KNMI. Een speciaal crisisteam van ProRail besluit uiteindelijk afhankelijk van de verschillende scenario’s of er en welke extra maatregelen worden ingezet.