Europa’s oudste stoomlocomotieven arriveren bij Spoorwegmuseum
Het Spoorwegmuseum organiseert, in het kader van de viering van 175 jaar spoorwegen in Nederland, de tentoonstelling ‘Iconen van het spoor’. Voor de tentoonstelling arriveren op 15 en 16 juli een aantal internationale transporten bij het museum. Uit Engeland arriveren (per vrachtwagen) drie stokoude locomotieven, Frankrijk levert twee historische iconen en DB Schenker zorgt ervoor dat de eerste stoomlocomotief uit Duitsland, de Adler, per trein wordt afgeleverd. De tentoonstelling ‘Iconen van het spoor’ is van 21 juli t/m 21 september te zien.
Het Spoorwegmuseum is er weer in geslaagd een aantal bijzondere stoomlocomotieven uit het buitenland naar Utrecht te halen. Diverse Europese musea zijn bereid bevonden hun topstukken aan Het Spoorwegmuseum uit te lenen. Dit alles in het kader van de viering 175 jaar spoorwegen in Nederland. Tijdens de tentoonstelling ‘Iconen van het spoor’ vertelt Het Spoorwegmuseum het verhaal van de begintijd van de spoorwegen. Daarvoor komen unieke bruiklenen naar Utrecht, stuk voor stuk vroege ‘iconen’ van het spoor uit de periode 1809 - 1852.
Uit Engeland komen de grootste iconen van de spoorwegen. Ten eerste de ‘Catch me who can’, daarmee vervoerde spoorwegpionier Richard Trevithick in 1809 als eerste personen met een stoomlocomotief. Hij bracht dit als een soort kermisattractie, maar legde daarmee wel de basis voor de latere spoorwegen. Uit Engeland komt ook de Locomotion no. 1, de eerste stoomlocomotief die een passagierstrein trok op de spoorlijn Stockton – Darlington in 1825. Daarnaast levert Engeland de locomotief Sans Pareil die in 1829 meedeed aan de beroemde locomotievenrace in Rainhill, waar bepaald werd welke locomotief de beste was om de treinen tussen Manchester en Liverpool te trekken. Uit het DB Museum in Nürnberg komt Duitsland’s eerste stoomlocomotief Der Adler (uit 1835), het Zweedse spoorwegmuseum in Gävle leent hun topstuk de Novelty (1829) uit. Uit Frankrijk komen de museale pronkstukken Marc Seguin (1829) en Crampton no. 80 (1852).
Het Spoorwegmuseum is er weer in geslaagd een aantal bijzondere stoomlocomotieven uit het buitenland naar Utrecht te halen. Diverse Europese musea zijn bereid bevonden hun topstukken aan Het Spoorwegmuseum uit te lenen. Dit alles in het kader van de viering 175 jaar spoorwegen in Nederland. Tijdens de tentoonstelling ‘Iconen van het spoor’ vertelt Het Spoorwegmuseum het verhaal van de begintijd van de spoorwegen. Daarvoor komen unieke bruiklenen naar Utrecht, stuk voor stuk vroege ‘iconen’ van het spoor uit de periode 1809 - 1852.
Uit Engeland komen de grootste iconen van de spoorwegen. Ten eerste de ‘Catch me who can’, daarmee vervoerde spoorwegpionier Richard Trevithick in 1809 als eerste personen met een stoomlocomotief. Hij bracht dit als een soort kermisattractie, maar legde daarmee wel de basis voor de latere spoorwegen. Uit Engeland komt ook de Locomotion no. 1, de eerste stoomlocomotief die een passagierstrein trok op de spoorlijn Stockton – Darlington in 1825. Daarnaast levert Engeland de locomotief Sans Pareil die in 1829 meedeed aan de beroemde locomotievenrace in Rainhill, waar bepaald werd welke locomotief de beste was om de treinen tussen Manchester en Liverpool te trekken. Uit het DB Museum in Nürnberg komt Duitsland’s eerste stoomlocomotief Der Adler (uit 1835), het Zweedse spoorwegmuseum in Gävle leent hun topstuk de Novelty (1829) uit. Uit Frankrijk komen de museale pronkstukken Marc Seguin (1829) en Crampton no. 80 (1852).
Geen opmerkingen: