Waarschuwingssysteem voor grote verstoringen treinnetwerk in de maak
Utrechtse onderzoekers hebben op basis van een grote database met treingegevens een analyse gemaakt van de belangrijkste oorzaken van landbrede treinverstoringen. Met dit vertragingsmodel is het mogelijk om op elk moment de kans te berekenen dat zo’n ernstige verstoring optreedt. De onderzoekers publiceerden hun resultaten eerder deze maand in het wetenschappelijke tijdschrift PLOS ONE.
De onderzoekers bestudeerden voor deze publicatie de ontwikkeling van landbrede verstoringen in het Nederlandse treinennetwerk. Mark Dekker, hoofdauteur van de publicatie: “Dat zijn gevallen waarin vertragingen steeds meer opbouwen en zich uitbreiden, bijvoorbeeld doordat meerdere conducteurs in een vertraagde trein zitten. Dan kan zo’n vertraging zich als een olievlek over het spoornetwerk verspreiden. Dat gebeurt niet heel vaak, zo’n vijf keer per jaar, maar het is dan wel goed mis.”
“Mijn eerste uitdaging was om de macrodynamiek van het hele treinsysteem te vangen in één diagram”, vertelt Dekker. Zijn analyse leidde tot een tweedimensionale ‘vertragingsindex’, die voor elk moment de totale hoeveelheid vertraging op alle trajecten én de globale locatie van die vertraging weergeeft. Hiermee kan Dekker op elk moment berekenen hoe groot de kans is dat de huidige situatie uit de hand loopt tot een landbrede treinverstoring. “Het systeem kan bijvoorbeeld een alarmsignaal geven als die kans groter is dan een bepaald percentage. Dan moeten er wellicht maatregelen worden genomen om zo’n olievlekwerking te voorkomen.”
Twee spoortrajecten blijken de grootste ‘boosdoeners’ voor landbrede treinverstoringen. “Een vertraging rondom Groningen heeft normaliter weinig invloed op de totale hoeveelheid vertraging in Nederland. De plekken met treinaansluitingen naar het buitenland blijken juist veel effect te hebben.” Dat geldt voor de trajecten van Amsterdam via Arnhem naar Duitsland en van Amsterdam via Rotterdam naar België. “En dan vooral het samenspel tussen die twee trajecten. De interactie tussen die twee kern-aders van vertraging blijkt heel bepalend te zijn.”
De onderzoekers bestudeerden voor deze publicatie de ontwikkeling van landbrede verstoringen in het Nederlandse treinennetwerk. Mark Dekker, hoofdauteur van de publicatie: “Dat zijn gevallen waarin vertragingen steeds meer opbouwen en zich uitbreiden, bijvoorbeeld doordat meerdere conducteurs in een vertraagde trein zitten. Dan kan zo’n vertraging zich als een olievlek over het spoornetwerk verspreiden. Dat gebeurt niet heel vaak, zo’n vijf keer per jaar, maar het is dan wel goed mis.”
“Mijn eerste uitdaging was om de macrodynamiek van het hele treinsysteem te vangen in één diagram”, vertelt Dekker. Zijn analyse leidde tot een tweedimensionale ‘vertragingsindex’, die voor elk moment de totale hoeveelheid vertraging op alle trajecten én de globale locatie van die vertraging weergeeft. Hiermee kan Dekker op elk moment berekenen hoe groot de kans is dat de huidige situatie uit de hand loopt tot een landbrede treinverstoring. “Het systeem kan bijvoorbeeld een alarmsignaal geven als die kans groter is dan een bepaald percentage. Dan moeten er wellicht maatregelen worden genomen om zo’n olievlekwerking te voorkomen.”
Twee spoortrajecten blijken de grootste ‘boosdoeners’ voor landbrede treinverstoringen. “Een vertraging rondom Groningen heeft normaliter weinig invloed op de totale hoeveelheid vertraging in Nederland. De plekken met treinaansluitingen naar het buitenland blijken juist veel effect te hebben.” Dat geldt voor de trajecten van Amsterdam via Arnhem naar Duitsland en van Amsterdam via Rotterdam naar België. “En dan vooral het samenspel tussen die twee trajecten. De interactie tussen die twee kern-aders van vertraging blijkt heel bepalend te zijn.”
Geen opmerkingen: