Hete dagen op het spoor
Het wordt heet. Ook op het spoor stijgt dan het kwik in snel tempo. Bij heet weer komen vaker verstoringen voor op het spoor. Die kunnen allerlei oorzaken hebben. Zo zijn er vaker bermbranden die de brandweer moet blussen. Of relaiskasten of computerruimtes raken oververhit. Daardoor treden sectiestoringen op, waarbij de systemen niet kunnen aangeven of er op een bepaald stuk baanvak wel of geen treinen rijden. Het gevolg is dat er daar geen treinen mogen rijden totdat de storing is opgelost.
Bij aanhoudend heet weer ontstaan ook vaker problemen bij spoorbruggen. Soms kunnen de beweegbare bruggen door uitzetting niet meer openen en sluiten. Ook mensen die vanaf spoorbruggen in het water springen, veroorzaken problemen voor het treinverkeer. Dat is levensgevaarlijk, zowel vanwege passerende treinen als de sprong naar beneden. De treinen mogen niet langsrijden totdat de mensen van de brug zijn gehaald.
Bij temperaturen van boven de 25 graden kan een spoorstaaf wel 70 graden worden. Door die warmte zet het spoor uit en vervolgens kan het buigen. Dat noemen we spoorspatting. Treinen kunnen dan niet meer over het spoor rijden. Gelukkig komt het relatief weinig voor. Om het tijdig te signaleren controleren inspecteurs van ProRail voortdurend de ligging van het spoor. Tijdens de aanleg van nieuw spoor wordt er ook al rekening met uitzetting gehouden.
Bij aanhoudend heet weer ontstaan ook vaker problemen bij spoorbruggen. Soms kunnen de beweegbare bruggen door uitzetting niet meer openen en sluiten. Ook mensen die vanaf spoorbruggen in het water springen, veroorzaken problemen voor het treinverkeer. Dat is levensgevaarlijk, zowel vanwege passerende treinen als de sprong naar beneden. De treinen mogen niet langsrijden totdat de mensen van de brug zijn gehaald.
Bij temperaturen van boven de 25 graden kan een spoorstaaf wel 70 graden worden. Door die warmte zet het spoor uit en vervolgens kan het buigen. Dat noemen we spoorspatting. Treinen kunnen dan niet meer over het spoor rijden. Gelukkig komt het relatief weinig voor. Om het tijdig te signaleren controleren inspecteurs van ProRail voortdurend de ligging van het spoor. Tijdens de aanleg van nieuw spoor wordt er ook al rekening met uitzetting gehouden.
Geen opmerkingen: