Minder technische storingen, wel te veel gedoe
Het aantal storingen op het spoor door kapotte wissels en seinen is in 2015 opnieuw gedaald. Reizigers en verladers merken dat nog wel te weinig. ProRail gaat daarom meer sturen op storingen die de meeste impact hebben.
Dat blijkt uit de cijfers over 2015 die zijn doorgerekend. ProRail houdt bij welke soort storingen plaatsvinden, op welke manier treinen daar last van hebben en hoeveel treinen het heeft geraakt. Het aantal treinen dat op tijd reed is ruim boven de norm die het ministerie van IenM daarvoor heeft vastgesteld. In 2015 reed 89,5 procent op tijd. De norm is 87 procent (maximale afwijking van drie minuten op de dienstregeling).
De storingen die zorgden voor hinder voor reizigers en goederenvervoerders worden onderverdeeld in categorieën: techniek, proces, weer en derden. De storingen die direct gevolg zijn van technische problemen aan het spoor vormen 32 procent van het totaal. Storingen door spoorprocessen betroffen 9 procent van de gesignaleerde problemen met reizigershinder. Denk daarbij aan kapotte spoorstaven en de afhandeling van incidenten. Het aandeel van de technische storingen neemt al jaren af. In 2011 waren nog 40 procent van de storingen gevolg van technische spoorproblemen.
Het aandeel van de storingen die direct gevolg zijn van invloeden van buitenaf (derden), zoals stroomstoringen bij de energieleverancier, spoorlopers en aanrijdingen met personen, wegverkeer en wilde dieren, neemt al jaren toe. Het aandeel is in 2015 voor het eerst boven de 50 procent gekomen.
Hoewel in absolute cijfers een klein onderdeel in het geheel, zorgen de suïcides op het spoor wel voor zeer impactvolle problemen. Zowel voor betrokken machinisten en nabestaanden als ook de reiziger vanwege de hinder. In 2015 waren er 223 suïcides en in 2014 waren dat er 192. Helaas zien we op het spoor de trieste impact van maatschappelijke ontwikkelingen terugkomen. De maatregelen die we nemen staan hier beschreven. Onze maatregelen zijn primair gericht op voorkomen van suïcides in samenwerking met alle partijen.
Dat blijkt uit de cijfers over 2015 die zijn doorgerekend. ProRail houdt bij welke soort storingen plaatsvinden, op welke manier treinen daar last van hebben en hoeveel treinen het heeft geraakt. Het aantal treinen dat op tijd reed is ruim boven de norm die het ministerie van IenM daarvoor heeft vastgesteld. In 2015 reed 89,5 procent op tijd. De norm is 87 procent (maximale afwijking van drie minuten op de dienstregeling).
De storingen die zorgden voor hinder voor reizigers en goederenvervoerders worden onderverdeeld in categorieën: techniek, proces, weer en derden. De storingen die direct gevolg zijn van technische problemen aan het spoor vormen 32 procent van het totaal. Storingen door spoorprocessen betroffen 9 procent van de gesignaleerde problemen met reizigershinder. Denk daarbij aan kapotte spoorstaven en de afhandeling van incidenten. Het aandeel van de technische storingen neemt al jaren af. In 2011 waren nog 40 procent van de storingen gevolg van technische spoorproblemen.
Het aandeel van de storingen die direct gevolg zijn van invloeden van buitenaf (derden), zoals stroomstoringen bij de energieleverancier, spoorlopers en aanrijdingen met personen, wegverkeer en wilde dieren, neemt al jaren toe. Het aandeel is in 2015 voor het eerst boven de 50 procent gekomen.
Hoewel in absolute cijfers een klein onderdeel in het geheel, zorgen de suïcides op het spoor wel voor zeer impactvolle problemen. Zowel voor betrokken machinisten en nabestaanden als ook de reiziger vanwege de hinder. In 2015 waren er 223 suïcides en in 2014 waren dat er 192. Helaas zien we op het spoor de trieste impact van maatschappelijke ontwikkelingen terugkomen. De maatregelen die we nemen staan hier beschreven. Onze maatregelen zijn primair gericht op voorkomen van suïcides in samenwerking met alle partijen.
Geen opmerkingen: