Iedere 10 minuten een Sprinter binnen bereik met Tracébesluit Spooruitbreiding Rijswijk – Delft Zuid
Met het Tracébesluit voor de spooruitbreiding Rijswijk - Delft Zuid zet het Kabinet een belangrijke stap in de verbetering van het economisch vestigingsklimaat van de Zuidelijke Randstad. Nu kan in 2023 de frequentie van Sprinters op het traject Dordrecht – Rotterdam – Den Haag – Leiden (de Oude Lijn) verhoogd worden van één trein per kwartier naar één trein per tien minuten. Hiermee wordt voldaan aan het belangrijkste doel van het programma Stedenbaan, waarin de regionale overheden, NS en ProRail al 10 jaar samen werken aan verbetering van het openbaar vervoer in combinatie met ruimtelijke ontwikkeling.
De frequentieverhoging naar zes Sprinters per uur moest aan drie voorwaarden voldoen: de bouw van minimaal 25.000 woningen in de omgeving van hoogwaardig openbaar vervoer, voldoende extra treinreizigers én uitbreiding van het spoor tussen Rijswijk en Delft Zuid. Tien jaar geleden hebben de partners in Stedenbaan afgesproken te zorgen voor voldoende woningen nabij de stations en extra reizigers. Uit de Monitor Stedenbaan die op 7 december 2016 is gepubliceerd blijkt dat hieraan is voldaan. Nu Staatsecretaris Dijksma het Tracébesluit Rijswijk – Delft Zuid heeft genomen, wordt ook aan de derde randvoorwaarde voldaan en kan vanaf 2023 de Sprinter elke tien minuten rijden. Volgens voorzitter Brok van het Bestuurlijk Platform Stedenbaan was dit resultaat zonder deze samenwerking nooit gelukt. “De succesvolle samenwerking van de afgelopen jaren is het bewijs dat het kan. Ik ben erg verheugd dat we nu het resultaat kunnen laten zien.”
In het Regionaal Investeringsprogramma heeft het realiseren van vier sporen tussen Rotterdam en Den Haag een hoge prioriteit om te kunnen komen tot een meer geïntegreerde regionale economie. Met de spooruitbreiding Rijswijk – Delft Zuid wordt ook een belangrijke stap gezet om in de toekomst het hele traject Rotterdam – Den Haag uit vier sporen te laten bestaan. Een onderdeel van deze ontwikkeling is dat er volgend jaar tussen Rotterdam en Schiedam twee sporen en perrons vrijkomen, die na wat aanpassingen, gebruikt kunnen worden voor een betere treindienst tussen Rotterdam en Den Haag.
Met Stedenbaan willen de partners de economische, ruimtelijke en mobiliteitsontwikkelingen integraal op elkaar afstemmen. De partners verwachten dat een belangrijk deel van de toekomstige economische ontwikkeling in de steden plaats vindt. Om die ook in de toekomst goed bereikbaar te houden worden woningen en kantoren meer geconcentreerd rond hoogwaardig openbaar vervoer en wordt geïnvesteerd in het verbeteren en versnellen van het openbaar vervoernetwerk. Verder werken de partners aan een goede bereikbaarheid van stations voor bijvoorbeeld fietsers en door het voeren van Alliantiegesprekken worden initiatieven in de stationsomgeving met bewoners, bedrijven en andere betrokkenen opgezet. De partners in Stedenbaan zijn de regio’s Drechtsteden, Midden-Holland en Holland Rijnland, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Provincie Zuid-Holland, NS, ProRail en de gemeenten Rotterdam en Den Haag.
De frequentieverhoging naar zes Sprinters per uur moest aan drie voorwaarden voldoen: de bouw van minimaal 25.000 woningen in de omgeving van hoogwaardig openbaar vervoer, voldoende extra treinreizigers én uitbreiding van het spoor tussen Rijswijk en Delft Zuid. Tien jaar geleden hebben de partners in Stedenbaan afgesproken te zorgen voor voldoende woningen nabij de stations en extra reizigers. Uit de Monitor Stedenbaan die op 7 december 2016 is gepubliceerd blijkt dat hieraan is voldaan. Nu Staatsecretaris Dijksma het Tracébesluit Rijswijk – Delft Zuid heeft genomen, wordt ook aan de derde randvoorwaarde voldaan en kan vanaf 2023 de Sprinter elke tien minuten rijden. Volgens voorzitter Brok van het Bestuurlijk Platform Stedenbaan was dit resultaat zonder deze samenwerking nooit gelukt. “De succesvolle samenwerking van de afgelopen jaren is het bewijs dat het kan. Ik ben erg verheugd dat we nu het resultaat kunnen laten zien.”
In het Regionaal Investeringsprogramma heeft het realiseren van vier sporen tussen Rotterdam en Den Haag een hoge prioriteit om te kunnen komen tot een meer geïntegreerde regionale economie. Met de spooruitbreiding Rijswijk – Delft Zuid wordt ook een belangrijke stap gezet om in de toekomst het hele traject Rotterdam – Den Haag uit vier sporen te laten bestaan. Een onderdeel van deze ontwikkeling is dat er volgend jaar tussen Rotterdam en Schiedam twee sporen en perrons vrijkomen, die na wat aanpassingen, gebruikt kunnen worden voor een betere treindienst tussen Rotterdam en Den Haag.
Met Stedenbaan willen de partners de economische, ruimtelijke en mobiliteitsontwikkelingen integraal op elkaar afstemmen. De partners verwachten dat een belangrijk deel van de toekomstige economische ontwikkeling in de steden plaats vindt. Om die ook in de toekomst goed bereikbaar te houden worden woningen en kantoren meer geconcentreerd rond hoogwaardig openbaar vervoer en wordt geïnvesteerd in het verbeteren en versnellen van het openbaar vervoernetwerk. Verder werken de partners aan een goede bereikbaarheid van stations voor bijvoorbeeld fietsers en door het voeren van Alliantiegesprekken worden initiatieven in de stationsomgeving met bewoners, bedrijven en andere betrokkenen opgezet. De partners in Stedenbaan zijn de regio’s Drechtsteden, Midden-Holland en Holland Rijnland, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Provincie Zuid-Holland, NS, ProRail en de gemeenten Rotterdam en Den Haag.
Geen opmerkingen: