150 miljoen voor opstelterreinen treinen
Een groeiend aantal mensen reist per trein. Daardoor rijden steeds meer en langere treinen op het Nederlandse spoor en dreigt in vooral stedelijke gebieden een tekort aan zogeheten opstelterreinen. Deze terreinen zijn niet alleen nodig voor het parkeren van treinen, maar ook voor het schoonmaken en uitvoeren van klein onderhoud. Om ervoor te zorgen dat treinen ook in de toekomst ingezet kunnen worden waar ze nodig zijn, is extra ruimte voor het opstellen van treinen nodig. Daarom investeert staatssecretaris Van Veldhoven 150 miljoen in opstelterreinen.
Om het spoorvervoer verder te verduurzamen en op een slimme manier in te spelen op de groei van het aantal reizigers, trekt Van Veldhoven 25 miljoen uit voor innovaties. Er wordt bijvoorbeeld bijgedragen aan een proef met een waterstoftrein in Noord-Nederland. Ook wordt ervaring opgedaan met een eventuele omschakeling op het spoor naar een hogere spanning op de bovenleidingen. Hierdoor kunnen treinen sneller optrekken, waardoor het spoor intensiever benut kan worden. In dunnerbevolkte gebieden wordt de komende jaren geëxperimenteerd met nieuwe, vraaggestuurde openbaar vervoersdiensten (‘mobility as a service’). Zo heeft Zeeland aangegeven in hun grensregio mee te willen doen aan deze testen. Met de grote steden, die juist te maken hebben met een snelle groei van hun bevolking, wordt bekeken hoe het openbaar vervoer hier slimmer op aan kan sluiten.
Om het spoorvervoer verder te verduurzamen en op een slimme manier in te spelen op de groei van het aantal reizigers, trekt Van Veldhoven 25 miljoen uit voor innovaties. Er wordt bijvoorbeeld bijgedragen aan een proef met een waterstoftrein in Noord-Nederland. Ook wordt ervaring opgedaan met een eventuele omschakeling op het spoor naar een hogere spanning op de bovenleidingen. Hierdoor kunnen treinen sneller optrekken, waardoor het spoor intensiever benut kan worden. In dunnerbevolkte gebieden wordt de komende jaren geëxperimenteerd met nieuwe, vraaggestuurde openbaar vervoersdiensten (‘mobility as a service’). Zo heeft Zeeland aangegeven in hun grensregio mee te willen doen aan deze testen. Met de grote steden, die juist te maken hebben met een snelle groei van hun bevolking, wordt bekeken hoe het openbaar vervoer hier slimmer op aan kan sluiten.
Geen opmerkingen: