Stationschefhuisje Spoorwegmuseum krijgt nieuwe naam
Vandaag opent Het Spoorwegmuseum de herbouwde stationschefwoning uit Bilthoven. Dit gebouw diende van 1900 tot 1958 als woning voor de stationschef van station De Bilt/Bilthoven en zijn gezin. Door de aanpassing van het stationsgebied in Bilthoven werd duidelijk dat de woning plaats moest maken voor een tunnel. Sloop dreigde, maar dankzij een burgerinitiatief en de inspanningen van ProRail is besloten om de woning met behoud van authentieke details op het museumterrein te plaatsen. Het huisje krijgt de naam ‘Strikkershuis’, naar de eerste bewoner Heinrich Strikkers, van 1898 tot 1932 stationschef van station De Bilt.
Zaterdag 30 mei om 11.00 uur zal de directeur van Het Spoorwegmuseum, Marten Foppen, de stationschefwoning officieel ‘Strikkershuis’ dopen. De architect van de herbouw, Leo Wevers, en de directeur van bouwer Koninklijke Woudenberg, Louis Kamps, zullen vertellen over de architectuur en bouw van het monumentale pand. ’s Middags organiseren schenker ProRail en de Gemeente De Bilt in Bilthoven een feestelijk programma rond de opening van het vernieuwde stationsgebied. Er zijn optredens, straattheater en tal van kinderactiviteiten. Om 14.30 uur zullen wethouder Hans Mieras en ProRail regiodirecteur Cees de Vries de officiële opening verrichten. Kijk voor meer informatie op www.bilthovenbouwt.nl.
De maatschappij die het station De Bilt en de bijbehorende woning voor de stationschef liet bouwen, was de Nederlandsche Centraal Spoorwegmaatschappij (NCS). Deze kleine particuliere spoorwegmaatschappij werd in februari 1860 opgericht met als doel een spoorweg tussen Utrecht en Kampen aan te leggen en te exploiteren. Deze spoorlijn, die ook wel de Centraalspoorweg werd genoemd, was de voornaamste lijn van de NCS. In 1863 opende de NCS het eerste deel van de spoorlijn Utrecht-Amersfoort-Hattem. Een jaar later liep het traject door tot Zwolle, waarna in 1866 het laatste deel tot Kampen in gebruik kon worden genomen. Tussen Utrecht en Amersfoort werd op initiatief van Jonkheer Hendrik van den Bosch in 1863 een halte bij De Bilt gerealiseerd. De NCS was helemaal niet van plan zo’n halte te bouwen, maar de Jonkheer, die achtereenvolgens raadslid, wethouder en burgemeester van De Bilt was, was er blijkbaar op gebrand dat de trein in zijn woonplaats stopte. Hij verhoogde zijn aandelenpakket bij de NCS en stond gratis grondgebied af. In ruil daarvoor kwam op zijn landgoed Jagtlust een halte, waar een keer ‘s morgens en een keer ’s avonds in beide richtingen een trein stopte.
Twee jaar na de opening van de halte, in 1865, liet de NCS een simpel haltegebouwtje bij de stopplaats De Bilt bouwen. Als gevolg van de opening van de spoorlijn tussen Den Dolder en Doorn, de uitbreiding van de spoorlijn Bilthoven-Zeist en het toenemende treinverkeer tussen Utrecht en Amersfoort, werd het haltegebouw te klein. In 1900 werd dan ook een vergunning aangevraagd voor de bouw van een groter station De Bilt. En zo werd in 1901 het haltegebouw vervangen door een station dat er tot de dag van vandaag nog staat. Bij het station kwamen twee seinhuizen, een wachterswoning en een stationschefswoning.
In die tijd werd van de stationschef verwacht dat hij met zijn gezin zo dicht mogelijk bij het station waar hij werkte woonde. Op die manier kon hij 24 uur per dag toezicht houden en bij problemen snel ter plekke zijn. De woning heeft een overstekend zadeldak, waarvan de nok evenwijdig aan het spoor liep. Aan een zijde is een bijzondere veranda gebouwd, die gedeeltelijk met glas werd dichtgemaakt. De stationschef was verantwoordelijk voor praktisch al het werk op het station: van de personele en financiële aangelegenheden, een veilige treinenloop, de bagageverzending, de controle van het baanvak, het bedienen van de seinen en wissels en de telegrafie tot de bevoorrading van de magazijnen. Hoe kleiner het station of de halte, hoe meer werk de stationschef zelf moest uitvoeren. Bij grotere stations had de chef voornamelijk de supervisie en de eindverantwoordelijkheid en waren er meerdere functionarissen in dienst om hem bij te staan.
De eerste stationschef die in de woning bij station de Bilt/Bilthoven werd gehuisvest, was Heinrich Strikkers. Heinrich Strikkers begon op 15 mei 1886 als aspirantklerk op station Harderwijk. Op 1 januari 1898 wordt Strikkers aangesteld als stationschef 4e klasse in De Bilt en was in 1900 de eerste bewoner van het toen net opgeleverde stationshuisje. Op 1 mei 1932 werd Strikkers eervol ontslagen wegens het bereiken pensioengerechtigde leeftijd en moest hij naar een andere woning verhuizen. Na het vertrek van de laatste stationschef van station Bilthoven in 1958 werd het gebouw verhuurd.
Zaterdag 30 mei om 11.00 uur zal de directeur van Het Spoorwegmuseum, Marten Foppen, de stationschefwoning officieel ‘Strikkershuis’ dopen. De architect van de herbouw, Leo Wevers, en de directeur van bouwer Koninklijke Woudenberg, Louis Kamps, zullen vertellen over de architectuur en bouw van het monumentale pand. ’s Middags organiseren schenker ProRail en de Gemeente De Bilt in Bilthoven een feestelijk programma rond de opening van het vernieuwde stationsgebied. Er zijn optredens, straattheater en tal van kinderactiviteiten. Om 14.30 uur zullen wethouder Hans Mieras en ProRail regiodirecteur Cees de Vries de officiële opening verrichten. Kijk voor meer informatie op www.bilthovenbouwt.nl.
De maatschappij die het station De Bilt en de bijbehorende woning voor de stationschef liet bouwen, was de Nederlandsche Centraal Spoorwegmaatschappij (NCS). Deze kleine particuliere spoorwegmaatschappij werd in februari 1860 opgericht met als doel een spoorweg tussen Utrecht en Kampen aan te leggen en te exploiteren. Deze spoorlijn, die ook wel de Centraalspoorweg werd genoemd, was de voornaamste lijn van de NCS. In 1863 opende de NCS het eerste deel van de spoorlijn Utrecht-Amersfoort-Hattem. Een jaar later liep het traject door tot Zwolle, waarna in 1866 het laatste deel tot Kampen in gebruik kon worden genomen. Tussen Utrecht en Amersfoort werd op initiatief van Jonkheer Hendrik van den Bosch in 1863 een halte bij De Bilt gerealiseerd. De NCS was helemaal niet van plan zo’n halte te bouwen, maar de Jonkheer, die achtereenvolgens raadslid, wethouder en burgemeester van De Bilt was, was er blijkbaar op gebrand dat de trein in zijn woonplaats stopte. Hij verhoogde zijn aandelenpakket bij de NCS en stond gratis grondgebied af. In ruil daarvoor kwam op zijn landgoed Jagtlust een halte, waar een keer ‘s morgens en een keer ’s avonds in beide richtingen een trein stopte.
Twee jaar na de opening van de halte, in 1865, liet de NCS een simpel haltegebouwtje bij de stopplaats De Bilt bouwen. Als gevolg van de opening van de spoorlijn tussen Den Dolder en Doorn, de uitbreiding van de spoorlijn Bilthoven-Zeist en het toenemende treinverkeer tussen Utrecht en Amersfoort, werd het haltegebouw te klein. In 1900 werd dan ook een vergunning aangevraagd voor de bouw van een groter station De Bilt. En zo werd in 1901 het haltegebouw vervangen door een station dat er tot de dag van vandaag nog staat. Bij het station kwamen twee seinhuizen, een wachterswoning en een stationschefswoning.
In die tijd werd van de stationschef verwacht dat hij met zijn gezin zo dicht mogelijk bij het station waar hij werkte woonde. Op die manier kon hij 24 uur per dag toezicht houden en bij problemen snel ter plekke zijn. De woning heeft een overstekend zadeldak, waarvan de nok evenwijdig aan het spoor liep. Aan een zijde is een bijzondere veranda gebouwd, die gedeeltelijk met glas werd dichtgemaakt. De stationschef was verantwoordelijk voor praktisch al het werk op het station: van de personele en financiële aangelegenheden, een veilige treinenloop, de bagageverzending, de controle van het baanvak, het bedienen van de seinen en wissels en de telegrafie tot de bevoorrading van de magazijnen. Hoe kleiner het station of de halte, hoe meer werk de stationschef zelf moest uitvoeren. Bij grotere stations had de chef voornamelijk de supervisie en de eindverantwoordelijkheid en waren er meerdere functionarissen in dienst om hem bij te staan.
De eerste stationschef die in de woning bij station de Bilt/Bilthoven werd gehuisvest, was Heinrich Strikkers. Heinrich Strikkers begon op 15 mei 1886 als aspirantklerk op station Harderwijk. Op 1 januari 1898 wordt Strikkers aangesteld als stationschef 4e klasse in De Bilt en was in 1900 de eerste bewoner van het toen net opgeleverde stationshuisje. Op 1 mei 1932 werd Strikkers eervol ontslagen wegens het bereiken pensioengerechtigde leeftijd en moest hij naar een andere woning verhuizen. Na het vertrek van de laatste stationschef van station Bilthoven in 1958 werd het gebouw verhuurd.
Geen opmerkingen: