Vervoer in Amsterdam en regio verbeteren
In opdracht van de Stadsregio Amsterdam (SRA) heeft de gemeente in 2012 een hoofdrapportage gemaakt ´Verbetering Westelijke tramlijnen'. De Westelijke Tramlijnen -en de lijnen 1, 2 en 13 in het bijzonder- zijn van cruciaal belang voor het westelijk deel van de stad. Veel bewoners en bezoekers van Amsterdam (Nieuw-)West zijn afhankelijk van die tramlijnen om goed over te kunnen stappen naar een volgende trein-, metro- of tramverbinding. De kwaliteit van de westelijke tramlijnen schiet op dit moment tekort. De tramlijnen zijn traag en hebben vaak last van verstoringen, waardoor de hele OV-keten onaantrekkelijk wordt voor het westelijk deel van de stad.
Het project verbeteren Westelijke tramlijnen is onderdeel van de Investeringsagenda OV. Hier werken gemeente, SRA en GVB samen om het openbaar vervoer in Amsterdam en regio te verbeteren. Ook het project “De verbetering van de Westelijke tramlijnen, kleine maatregelen” (BenW besluit van 9 juni 2015) valt hieronder. Doel van de maatregelen is de snelheid, betrouwbaarheid, veiligheid en comfort van deze tramlijnen te verbeteren.
Uit de rapportage is een pakket van grote en kleine maatregelen voortgekomen. Bij de grote maatregelen horen inspraaktrajecten. Het samenvoegen van haltes hoort bij de kleinere maatregelen. Op kleine maatregelen staat geen inspraak open, onder meer omdat de impact van zulke maatregelen op de omgeving kleiner is. Uitvoering van deze kleine maatregelen wordt dan ook bij zogenoemd uitvoeringsbesluit vastgesteld.
Een van de kleinere maatregelen uit de rapportage was het opheffen van de halte Rhijnvis Feithstraat. Op basis van in- en uitstapcijfers en geografische ligging is uiteindelijk de halte Overtoomse Sluis hiervoor in de plaats gekomen. De halte Overtoomse Sluis ligt dichtbij de haltes Surinameplein en Rhijnvis Feitstraat die als alternatief, binnen een straal van 400 meter, voor de reiziger kunnen dienen.
Het project verbeteren Westelijke tramlijnen is onderdeel van de Investeringsagenda OV. Hier werken gemeente, SRA en GVB samen om het openbaar vervoer in Amsterdam en regio te verbeteren. Ook het project “De verbetering van de Westelijke tramlijnen, kleine maatregelen” (BenW besluit van 9 juni 2015) valt hieronder. Doel van de maatregelen is de snelheid, betrouwbaarheid, veiligheid en comfort van deze tramlijnen te verbeteren.
Uit de rapportage is een pakket van grote en kleine maatregelen voortgekomen. Bij de grote maatregelen horen inspraaktrajecten. Het samenvoegen van haltes hoort bij de kleinere maatregelen. Op kleine maatregelen staat geen inspraak open, onder meer omdat de impact van zulke maatregelen op de omgeving kleiner is. Uitvoering van deze kleine maatregelen wordt dan ook bij zogenoemd uitvoeringsbesluit vastgesteld.
Een van de kleinere maatregelen uit de rapportage was het opheffen van de halte Rhijnvis Feithstraat. Op basis van in- en uitstapcijfers en geografische ligging is uiteindelijk de halte Overtoomse Sluis hiervoor in de plaats gekomen. De halte Overtoomse Sluis ligt dichtbij de haltes Surinameplein en Rhijnvis Feitstraat die als alternatief, binnen een straal van 400 meter, voor de reiziger kunnen dienen.
Geen opmerkingen: