Zelfrijdende bus van de toekomst
Vandaag heeft op de busbaan tussen Schiphol en Haarlem de eerste operationele test plaatsgevonden met een zelfrijdende bus buiten een afgesloten testcircuit. De test is mogelijk gemaakt door het ministerie van Infrastructuur en Milieu, de provincie Noord-Holland als wegbeheerder en eigenaar van de busbaan, de gemeenten Haarlem en Haarlemmermeer en Vialis als partner in verkeerstechnologie. De proef onderstreept de ambities van Nederland als testland voor ontwikkelingen rond slimme mobiliteit en zelfrijdende voertuigen.
De zelfrijdende bus is van het Duitse autoconcern Daimler AG. Het voertuig communiceert met de infrastructuur, waarbij communicatie tussen de stoplichten en de bus wordt gecombineerd met alle sensordata die de bus zelf verzamelt. De beschikbaarheid van een grotendeels vrijliggende busbaan, in combinatie met een zeer positieve houding van betrokken overheden en marktpartijen waren doorslaggevend in de keuze van Daimler AG voor Nederland. Overheden en markt werken in ons land samen aan de ontwikkeling van meerdere testfaciliteiten, waar te midden van het reguliere verkeer innovatieve verkeerstechnieken kunnen worden beproefd.
De busbaan is voor een groot gedeelte afgesloten. Op een aantal stukken van het traject, met name kruispunten, komt de bus op de openbare weg. Tijdens de testritten en demonstratie kon een chauffeur in de bus alle systemen monitoren en indien nodig ingrijpen. De bus heeft met snelheden gereden die ter plaatse maximaal zijn toegestaan (50 – 70 km).
Om de zelfrijdende bus op de openbare weg te kunnen laten rijden moet het voertuig kunnen communiceren met verkeerslichten en andere wegkantsystemen. Vialis heeft 19 wegkantsystemen van het Schipholtraject voorzien van coöperatieve technologie, waardoor het nu voor het eerst mogelijk is een coöperatieve bus door het gewone verkeer te laten rijden. Door vroegtijdige en betrouwbare communicatie tussen de bus en de verkeerslichten anticipeert de bus op de toekomstige verkeerssituatie. Een paar honderd meter vóór een verkeerslicht wordt de bus al herkend. Het verkeerslicht reageert hierop door de bus prioriteit te geven. Deze ontvangt ruim voor het bereiken van het verkeerslicht de melding of het licht tijdig groen wordt en past haar snelheid hierop aan. Hierdoor neemt de noodzaak af om bij kruispunten plots te remmen.
Tijdens het Nederlands voorzitterschap van de Europese Unie in het afgelopen half jaar tekende minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu samen met haar Europese collega’s de Declaration of Amsterdam. Hiermee zetten zij een belangrijke stap op weg naar Europese regelgeving om het gebruik van zelfrijdende auto’s mogelijk te maken. Samenwerking tussen overheden en markt werd hierbij als kritische succesfactor benoemd. Waar de markt technische oplossingen en innovatiekracht levert, creëren lokale, regionale en landelijke overheden de randvoorwaarden om de verkeersveiligheid, maar ook aspecten als security, privacy en aansprakelijkheid te waarborgen. Zo wordt in Brabant een grootschalige testomgeving ontwikkeld, waarbij over een traject van zo’n 70 kilometer te midden van het reguliere verkeer kan worden getest.
Meer automatische functies en verbondenheid bieden voordelen voor de verkeersveiligheid, een betere doorstroming, een comfortabele manier van vervoer, efficiënter gebruik van de infrastructuur, minder files en minder CO2-uitstoot. Minister Schultz zet hier al een aantal jaar op in, bijvoorbeeld door testen met zelfrijdende voertuigen op de openbare weg mogelijk te maken en te investeren in slimme mobiliteit via het Investeringsprogramma Beter Benutten. Op 14 april initieerde minister Schultz de ‘Experience’, waarbij ze samen met haar Europese collega’s in een stoet van 28 hoog geautomatiseerde voertuigen door het reguliere verkeer van Amsterdam reed en waaraan tal van internationale autoconcerns deelnamen. Ook de European Truck Platooning Challenge begin april was een concreet voorbeeld van de mogelijkheden van coöperatieve technologie.
De zelfrijdende bus is van het Duitse autoconcern Daimler AG. Het voertuig communiceert met de infrastructuur, waarbij communicatie tussen de stoplichten en de bus wordt gecombineerd met alle sensordata die de bus zelf verzamelt. De beschikbaarheid van een grotendeels vrijliggende busbaan, in combinatie met een zeer positieve houding van betrokken overheden en marktpartijen waren doorslaggevend in de keuze van Daimler AG voor Nederland. Overheden en markt werken in ons land samen aan de ontwikkeling van meerdere testfaciliteiten, waar te midden van het reguliere verkeer innovatieve verkeerstechnieken kunnen worden beproefd.
De busbaan is voor een groot gedeelte afgesloten. Op een aantal stukken van het traject, met name kruispunten, komt de bus op de openbare weg. Tijdens de testritten en demonstratie kon een chauffeur in de bus alle systemen monitoren en indien nodig ingrijpen. De bus heeft met snelheden gereden die ter plaatse maximaal zijn toegestaan (50 – 70 km).
Om de zelfrijdende bus op de openbare weg te kunnen laten rijden moet het voertuig kunnen communiceren met verkeerslichten en andere wegkantsystemen. Vialis heeft 19 wegkantsystemen van het Schipholtraject voorzien van coöperatieve technologie, waardoor het nu voor het eerst mogelijk is een coöperatieve bus door het gewone verkeer te laten rijden. Door vroegtijdige en betrouwbare communicatie tussen de bus en de verkeerslichten anticipeert de bus op de toekomstige verkeerssituatie. Een paar honderd meter vóór een verkeerslicht wordt de bus al herkend. Het verkeerslicht reageert hierop door de bus prioriteit te geven. Deze ontvangt ruim voor het bereiken van het verkeerslicht de melding of het licht tijdig groen wordt en past haar snelheid hierop aan. Hierdoor neemt de noodzaak af om bij kruispunten plots te remmen.
Tijdens het Nederlands voorzitterschap van de Europese Unie in het afgelopen half jaar tekende minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu samen met haar Europese collega’s de Declaration of Amsterdam. Hiermee zetten zij een belangrijke stap op weg naar Europese regelgeving om het gebruik van zelfrijdende auto’s mogelijk te maken. Samenwerking tussen overheden en markt werd hierbij als kritische succesfactor benoemd. Waar de markt technische oplossingen en innovatiekracht levert, creëren lokale, regionale en landelijke overheden de randvoorwaarden om de verkeersveiligheid, maar ook aspecten als security, privacy en aansprakelijkheid te waarborgen. Zo wordt in Brabant een grootschalige testomgeving ontwikkeld, waarbij over een traject van zo’n 70 kilometer te midden van het reguliere verkeer kan worden getest.
Meer automatische functies en verbondenheid bieden voordelen voor de verkeersveiligheid, een betere doorstroming, een comfortabele manier van vervoer, efficiënter gebruik van de infrastructuur, minder files en minder CO2-uitstoot. Minister Schultz zet hier al een aantal jaar op in, bijvoorbeeld door testen met zelfrijdende voertuigen op de openbare weg mogelijk te maken en te investeren in slimme mobiliteit via het Investeringsprogramma Beter Benutten. Op 14 april initieerde minister Schultz de ‘Experience’, waarbij ze samen met haar Europese collega’s in een stoet van 28 hoog geautomatiseerde voertuigen door het reguliere verkeer van Amsterdam reed en waaraan tal van internationale autoconcerns deelnamen. Ook de European Truck Platooning Challenge begin april was een concreet voorbeeld van de mogelijkheden van coöperatieve technologie.
Geen opmerkingen: